Een waterverzachter is opgebouwd uit drie elementen: een harskolom, een zoutreservoir en een watertank. Het leidingwater komt terecht in de watertank vanwaar het over de harskolom loopt. De kalkdeeltjes binden aan het hars en zacht water blijft over.
Na een tijdje is de harskolom verzadigd en wordt deze automatisch gereinigd. Er komt water in het zoutreservoir zodat het zout hierin kan oplossen.
Dit zoutwater wordt op de harskolom gebracht, de kalkdeeltjes komen los en worden samen met het zoutwater naar de riool geleid. De harskolom is nu terug klaar voor gebruik.